De kazematten, die in 1939 werden aangelegd als onderdeel van de verdediging van Nederland tegen een vijandelijke aanval, waren alle gelijkvormig en van het zogenaamde S-type. De beide kazematten bij Noord-Sleen zijn goed bewaard gebleven en nog goed zichtbaar. Zij bestreken de weg van Westenesch naar Noord-Sleen. De Nederlandse militairen wisten de Duitse bezetter op vrijdag 10 mei 1940 een aantal uren tegen te houden. Dit getuigt op zijn minst van moed, gezien de enorme overmacht waarmee zij werden geconfronteerd. De kogelinslagen in één van de twee bunkers getuigen hiervan. Het gebrek aan munitie en het ontbreken van communicatie dwong de Nederlandse soldaten uiteindelijk om af te druipen.
Kazematten bij Geesbrug
Ten noorden van de Oosterhesselerbrug (over de Verlengde Hoogeveensche Vaart tussen Oosterhesselen en Wachtum) en bij Geesbrug staan ook kazematten. Op 10 mei 1940 werden enkele zwaar onder vuur genomen. Zij zijn net als de kazematten bij Sleen zeer illustratief voor de wijze waarop de waarschuwingslinies in Drenthe in 1939-1940 werden opgebouwd: kazematten in tweetallen, langs de Drentse waterwegen ter hoogte van de bruggen, of op strategisch belangrijke punten. Het standaard S-type had drie schietgaten. Bovenop waren ijzeren haken bevestigd, waaraan camouflagenetten konden worden gehangen. Daarom heetten ze stekelvarkens.